Exact op de plek waar ooit de ingang was van de befaamde Mauritsmijn werd vorige week een tijdvenster onthuld. Door zo’n tijdvenster kijken we naar het verleden van plekken die bepalend zijn geweest voor het mijnverleden. ‘Een tijdvenster laat zien hoe het er daar vroeger uitzag en vormt een prachtige manier om het verhaal van onze stad levend te houden en ons te herinneren aan datgene wat er ooit geweest is,’ vertelt wethouder Andries Houtakkers die het tijdvenster namens het college officieel onthulde.

Staatsmijn Maurits in Geleen-Lutterade was de grootste steenkolenmijn van Nederland. In de hoogtijdagen van de jaren vijftig werkten er zo’n 9.000 mensen en in totaal werd er ruim 92 miljoen ton steenkool geproduceerd. In 1967 – nu 55 jaar geleden – kwamen de laatste kolen naar boven.

Een van de gekozen foto’s van het tijdvenster is in 1954 genomen vanaf het plantsoen waar drie jaar eerder het Barbarabeeld was ingehuldigd en toont het hoofdgebouw van de Maurits. De plek waar de mijnwerkers vroeger aan het einde van de week hun loonzakjes kregen uitgereikt.

De onthulling van het tijdvenster sloot naadloos aan op de speciale Mauritsavond op 24 maart in de Hanenhof. Een bijeenkomst waarop herinneringen werden opgehaald over de Maurits waar exact 100 jaar geleden de eerste steen werd gelegd. Tijdens de avond brachten Carboon (Ben Erkens en Henk Steijvers), de harmonieën Augustinus en Lindenheuvel, Mannenkoor DSM en 6Pack een ode aan de mijnbouw van weleer. Zo zong Carboon enkele liedjes van de platen ‘Witste nog Koempel’ en ‘D’r letste koempel’.

Ook vond de presentatie plaats van het boek ‘De Staatsmijn Maurits, ruim veertig jaar steenkolenmijnbouw in Geleen’, geschreven door Harry Strijkers. Het boek omvat bijna 400 pagina’s vol informatie en unieke foto’s.