De dierenpolitie heeft afgelopen zaterdag in Beek bij een handelaar veel slecht verzorgde en dode dieren gevonden. In totaal zijn er 44 reptielen in beslag genomen.

Ook werden zo’n honderd dode schildpadden, hagedissen en slangen gevonden in een diepvries van het bedrijf. Vermoed wordt dat ook bij deze dieren sprake was van slechte verzorging.

Controle niet streng

Bij de nog levende dieren ging het om boomkikkers, steppevaranen (een Afrikaanse hagedissoort), baardagamen (een soort hagedis die leeft in de Australische woestijnen), leguanen, waterschildpadden, een slang en een tropische spin. Volgens de politie waren de dieren slecht verzorgd. Ze waren in het vaak verre buitenland gevangen en per vliegtuig naar Europa gevlogen. “Ergens naar een plek waar de controle niet streng is”, aldus een woordvoerster van de politie. “Van daaruit gingen ze over de weg op transport. Bij aankomst waren veel dieren al dood.” Volgens de dierenpolitie gaan veel dieren al tijdens de wildvang dood.

Verschillende maatregelen

Het was niet de eerste keer dat deze handelaar een bezoek kreeg om zijn dieren te controleren. In augustus kreeg de eigenaar al verschillende maatregelen om de verzorging en huisvesting van de reptielen te verbeteren. Maar die zorgden niet voor verandering. Die afspraken zijn volgens de woordvoerster maar gedeeltelijk nagekomen. “De dieren die er het ergste aan toe waren zijn vervolgens in beslag genomen”, zei ze. “De dieren zijn naar adressen gebracht waar ze wel een goede verzorging krijgen.” Een speciaal team van de politie en een reptielendeskundige kwamen nu bij de erbarmelijke situatie uit.

Proces-verbaal

De politie heeft proces-verbaal opgemaakt. “Op dit soort zaken staat een maximale gevangenisstraf van drie jaar, maar meestal krijgen deze mensen een taakstraf”, aldus de woordvoerster. De politie doet verder onderzoek en ook de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit is ingeschakeld. Het bedrijf mag binnenkort een nieuwe controle verwachten op huisvesting en welzijn, zei de woordvoerster.

Ze kon niet zeggen wat de marktwaarde is van de in beslag genomen dieren.  Bron L1